Skip to content

Altijd Ajax (1)

Vroeger, toen ik een jong jongetje was, werd bij ons thuis bijna nooit naar voetbal gekeken. Mijn vader was geen fan van een club. Studio Sport was geen vaste prik op zondagavond. Voetbal werd mij níet ‘met de paplepel ingegoten’, zoals dat heet.

Toch werd ik, toen ik een jaar of zeven was, fan van Ajax. En niet zo’n beetje ook. Dat was in het seizoen 1982-1983. Ik zag voetbalbeelden op tv en voetbalfoto’s in tijdschriften. Mijn hart nam de beslissing voor me: Ajax. Geen twijfel mogelijk. Of ze op dat moment regerend kampioen waren? Of bovenaan stonden? Ik had geen idee.

Waarom koos ik Ajax? Waarom geen andere club?

Ik weet nog dat ik het shirt prachtig vond. Wit met een brede rode baan over borst en rug. Het straalde kracht en zelfverzekerdheid uit. Stoere Amsterdamse branie. En dan die hagelwitte broek en die witte kousen erbij, met een klein rood randje. Stijlvol. Het had klasse. Ik voel nog altijd een kriebel wanneer ik het zie.

De Ajacieden waren jong en frivool. Een beetje brutaal en eigenwijs. Ze straalden een nonchalant soort zelfvertrouwen uit. Ze voetbalden alsof ze zeker wisten dat ze beter waren dan de tegenstander: wie doet ons wat?
Dát waren, geloof ik, de belangrijkste redenen waarom ik verliefd werd op Ajax. En het grappige is: zonder dat ik het in de gaten had, voelde ik blijkbaar de Ajaxcultuur al een beetje aan. Ik kon het niet onder woorden brengen, maar ik vóelde het.

Ik vind het belangrijk dat jonge Ajaxsupporters iets leren over de historie. Over de tradities van de club. Over grote spelers van vroeger. Over hoogtepunten en dieptepunten. Dan ga je nog beter snappen hoe het allemaal zo gekomen is. Waarom het bij Ajax gaat zoals het gaat. Waarom Ajax uniek is.

Want dat is Ajax: uniek. Anders dan alle andere voetbalclubs.
Dáárom heb ik dit boek geschreven. Je kunt het van begin tot eind lezen; je kunt ook bladeren en losse stukjes lezen. Ik heb ervoor gekozen om weinig lijstjes en statistieken in dit boek te zetten. Die vind je wel op internet. In dit boek wil ik vooral over Ajax vertéllen.

Mijn dochter Elin is zes jaar en mijn zoon Niek nog maar vier. Maar als ze wat groter zijn, gaan ze misschien wel mee naar de Arena. Als ze dat tenminste leuk vinden. Dan geef ik ze geen shirt van Barça of Real Madrid, maar koop ik een shirt van Ajax voor ze. Omdat het de club van hun geboortestad is. De club van hun vader. En omdat het het mooiste voetbalshirt ter wereld is. Punt uit.

Ik hoop dat ze, als ze nog wat groter zijn, dit boek zullen lezen. Ik heb het een klein beetje voor mijn eigen kinderen geschreven, voor over een paar jaar.

Menno Pot

Amsterdam, zomer 2016

Back To Top